Interview met Nederlands-Nieuw-Guineaveteraan uitgezonden als vrijwillig Koninklijke Marine matroos bij de Marine Luchtvaartdienst in Biak

Geïnterviewde is Nieuw-Guinea veteraan van de Koninklijke Marine, dit is het tweede van twee gesprekken met hem. Geïnterviewde kwam in de herfst van 1952 terug naar Nederland en diende nog tot halverwege 1953 door. Na thuiskomst was bleek zijn relatie tot zijn burgervrienden te zijn veranderd. Hij praatte niet over zijn uitzending. Hij werkte mee aan de bevoorrading van Urker vissers na de Watersnoodramp van 1953. Later dat jaar verliet geïnterviewde de marine. Direct na zijn afzwaaien voelde geïnterviewde zich eenzaam en vond hij het lastig om zelf initiatief te ontplooien. Hij bespreekt zijn burgerloopbaan en beschrijft hoe hij bij de koopvaardij terechtkwam. Al snel stopte hij vanwege zijn huwelijk met varen en ging hij werken als havenarbeider. Hij maakt in de Amsterdamse een glansrijke carrière en eindigde als directeur. Zijn succes in de haven ziet hij als een gevolg van het doorzettingsvermogen en de discipline die hij bij de marine heeft meegekregen. In de jaren na zijn vertrek bij de marine heeft geïnterviewde buiten zijn beste vriend geen contacten met andere oud-collega’s uit zijn tijd in Nieuw-Guinea. Hij bezoekt de reünies van de onderzeedienst maar komt hier weinig bekenden tegen. Geïnterviewde reflecteert op het zijn van veteraan. Hij kijkt positief terug op zijn marinetijd. Hij reflecteert op de uitzending naar Nieuw Guinea. Hij vindt dat de Nederlandse regering de Papoea’s in de steek heeft gelaten maar ziet het nut in van zijn uitzending.

Interviewgegevens

Interview
1828 
Interviewdatum
23 oktober 2001 
Interviewer
Theo Boiten 
Project
ICNV