De geïnterviewde maakte de WOII mee in Nederland. Hij hielp mee met het verzet en heeft ondergedoken gezeten. In 1948 werkte hij als oorlogsvrijwilliger bij de luchtmacht. Het squadron waar hij deel van uitmaakte werd verdeeld over vier locaties in Nederlands-Indie. Hijzelf kwam terecht in Semplak. Hij werkte mee aan de inname van Djokja. Het werk in Indie was intensief en er vielen veel doden onder eigen soldaten. Er was veel discussie over de politieke situatie. Terug in Nederland had de geïnterviewde moeite met aanpassen. De ophef over de veteranenstatus en de psychiatrische behandelingen vindt hij vaak wat overdreven.
De geïnterviewde ging bij het Korps Mariniers. Hij vertelt over de keuring en de opleiding. Ook volgde de geïnterviewde een RTF opleiding, maar dat beviel hem niet. In 1991 kwam hij bij de BBE. Hij werd uitgezonden naar Cambodja. Hij vertelt over de eerste indrukken. Tijdens zijn dienst scheidde hij van zijn vrouw en hertrouwde later. De geïnterviewde vertelt over de Delta-compagnie waarvan hij deel uit maakte. Hij beschrijft het kamp, de besteding van vrije tijd en het patrouille lopen. Hij had goed contact met de lokale bevolking. De geïnterviewde is niet in gevechtssituaties terechtgekomen, wel was er altijd dreiging. Zelf was hij nooit bang. In 1995 is de geïnterviewde uit dienst gegaan, de nieuw ontwikkelingen bevielen hem niet. Na zijn uitzending kreeg de geïnterviewde een ziekte, waar defensie niet veel hulp bij bood. Dat betreurt hij.
De geïnterviewde kwam bij het Korps Mariniers in 1992. Hij vertelt over de opleidingen die hij volgde en over zijn uitzending naar Cambodja. In Cambodja werd het kamp Phum Prasat overgenomen. Het vliegveld en het hospitaalkamp Siem Reap moesten bewaakt worden. De geïnterviewde vertelt over het werken met de lokale bevolking, er was sprake van een zeker onderdanigheid. Hij vertelt over de gevaren waar hij mee te maken had. De mariniers beschouwden zichzelf als een elite. De geïnterviewde vertelt over een aalmoezenier die zijn werk niet aankon. Hij vertelt over het leven in het kamp en activiteiten tijdens de vrije tijd, de sfeer was goed. De geïnterviewde is van mening dat de VN-troepen te kort zijn gebleven. Hij geeft zijn visie op de VN-missies. Na terugkeer in Nederland ging hij graag weer verder met de trainingen. Uiteindelijk verliet hij de dienst, maar had in de eerste instantie grote moeite met de overgang. Sinds enige tijd is de geïnterviewde betrokken bij veteranenactiviteiten.
Deze marinier eerste klas maakte in juni 1992 van dichtbij mee hoe in Doorn de Cambo-I lichting werd voorbereid op de uitzending naar Cambodja. Zelf werd hij met Cambo-II uitgestuurd, in het genie-bataljon. Het kleine, hechte groepje mariniers van de genie werkte in Cambodja samen met ingehuurde lokale krachten voor het bouwwerk. Het verhaal gaat natuurlijk over het genistenwerk, maar ook over het VN-mandaat en de verschillende vuurgevechten waar ook deze jongens van de genie wel eens in terechtkwamen. Daarnaast komt de nazorg van Defensie uitgebreid aan bod, die volgens deze marinier niet handig was georganiseerd en weinig soelaas bood voor de jongens die echt in de problemen kwamen. Hij doet enkele suggesties voor verbetering op dit vlak.
De geïnterviewde ging bij het Korps Mariniers en werd uitgezonden naar Curaçao. Dat was een hele ervaring. De uitzending naar Cambodja wilde de geïnterviewde graag, dat was bijzonder. De geïnterviewde vertelt over de situatie in Cambodja, over zijn geweergroep en het buddysysteem. Hij zat bij de infanterie. Hij werd geplaatst in het kamp Phum Prasat. Hij vertelt over de werkzaamheden hier, het wachtlopen en de patrouilles. Hierna verplaatste hij naar Siem Reap. Hier moest het vliegveld beveiligd worden. De geïnterviewde vertelt over een aantal beschietingen. Hij vertelt over de sociale verhoudingen tussen de militairen en over de situatie in de kampen. Zijn emoties hield hij altijd verborgen, want dat deed je als marinier. De geïnterviewde hield eerst contact met andere mariniers maar dat is nu verwaterd.
De geïnterviewde studeerde theologie en solliciteerde uiteindelijk voor de functie legerpredikant. De geïnterviewde werd uitgezonden naar Cyprus. De uitzending werd vertraagd en dit leidde tot bezinning. Hij kwam bij de eenheid 11 Paluabt. Thuis had de geïnterviewde zich goed voorberied op de missie. Hij werd gestationeerd in Nicosia. Hij moest wennen aan het klimaat. Er waren duidelijk cultuurverschillen tussen de Engelsen en de Nederlanders. De geïnterviewde vertelt over zijn werkzaamheden en hoe hij gesprekken hield met militairen op verschillende posten. Er ontstonden spanningen en mensen uit zijn eenheid gingen zich afvragen waarom ze bij deze missie betrokken waren. De geïnterviewde vond zijn functie wel zinvol. Er werd van alles georganiseerd als ontspanning. Het werk van de geïnterviewde was zwaar en bovendien moest hij zelf zijn eigen problemen oplossen. De dominee rol kon hij moeilijk van zich af zetten. Ondanks dat hij veel contact onderhield met het thuisfront raakte hij, net als veel anderen, ver van Nederland verwijderd. De geïnterviewde spreekt over de verwerking en over activiteiten na zijn uitzending.
De geïnterviewde kwam op voor militaire dienst en volgde hierna een opleiding tot verpleegkundige. Hij werd benaderd door de Koninklijke Luchtmacht die verpleegkundigen zocht. Bij de Luchtmacht volgde hij zijn militaire opleiding. Hij werd gestationeerd op Soesterberg. Het was een leerzame tijd. De locatie beviel de geïnterviewde goed. Hij werd sergeant-majoor vliegverpleegkundige. Hij werd gevraagd om naar Cambodja te gaan en ging hier mee akkoord. De geïnterviewde vertelt over het opwerkingsprogramma samen met het Korps Mariniers. Hij vloog naar Thailand, naar de vliegbasis U-Tapao. Hij vertelt over de geneeskundige zorg in Thailand en de organisatie van de zorg voor militairen. Hij spreekt over de ziektes die voorkwamen. Zorg verlenen in Cambodja werd per vliegtuig of helikopter gedaan. De geïnterviewde is nooit betrokken geraakt bij beschietingen. Hij ziet zijn missie als een rijke ervaring waarbij hij veel mensen heeft kunnen helpen. De geïnterviewde vertelt over zijn terugkeer naar Nederland, de hereniging met zijn gezin en over zijn verdere loopbaan.
De geïnterviewde kwam op bij het Korps mariniers. Hij tekende voor Cambodja vanwege de uitdaging. Zijn eerste legering was te Sisophon. Later werkte hij een tijd in een vluchtelingenkamp. Hij geeft aan dat hij met zijn opleiding eigenlijk niet voldoende was voorbereid op de missie. Hij leerde veel van meer ervaren militairen. In Sok San was hij bang tijdens een aanval van de Rode Khmer. Hij beschrijft een vuurgevecht en vertelt over een patrouille. De geïnterviewde was kort voor verlof terug in Nederland maar was blij weer terug te keren naar Cambodja. Na zijn uitzending is hij niet meer bij het Korps teruggekomen hoewel hij dat wel graag wilde. Hij heeft geen problemen van zijn uitzending ervaren, hij denkt omdat hij altijd open over zijn ervaringen spreekt. De geïnterviewde spreekt over veteranenactiviteiten maar is daar niet bij betrokken.
De geïnterviewde is medicijnen gaan studeren en tekende een contract bij defensie voor 6 jaar. Hij vertelt over de opleiding tot EIn-arts. De geïnterviewde vertelt kort over zijn eerste uitzending, naar Libanon, die aan bod komt in een ander interview. Hierna wordt de geïnterviewde geplaatst als militairarts in Den haag, maar dat bevalt hem niet. Hij specialiseert zich tot chirurg en wordt in 1993 uitgezonden naar Cambodja. Hij vertelt over de voorbereiding in Doorn en het verschil in mentaliteit van de mariniers en de Landmacht. Hij spreekt over de opleiding voor Cambo-II. Er was een goede sfeer. De geïnterviewde geeft zijn mening over de effectiviteit van verschillende missies en is van mening dat Cambo-II nog wel zin had in humanitair opzicht. Met de geïnterviewde zijn meerdere interviews gehouden.
De geïnterviewde vertelt over zijn keuze voor de KMA en beschrijft de opleiding. De geïnterviewde was pelotonscommandant van de eenheid van de pantser luchtdoel artillerie. Voor de uitzending naar Cyprus was een omscholing naar infanterietaken nodig, patrouillegang en crowd and riot control. De eenheid van de geïnterviewde maakte deel uit van de Mobile Force Reserve. De geïnterviewde had veel verantwoordelijkheid. Hij uit zijn kritiek over de opleiding van de manschappen. Hij vertelt over zijn eigen opleiding en hoe de talencursussen een goede toevoeging bleken, omdat de verschillende nationaliteiten zo beter konden samenwerken. Een groot cultuur verschil bleek al tussen de Nederlanders en de Engelsen tijdens de opleiding, maar tijdens de uitzending werd de frictie steeds erger. De geïnterviewde vertelt over het werk bij de bufferzone. Dit was erg saai en er werd dan ook graag gebruik gemaakt van de vrije tijd. De taak van de geïnterviewde was veelomvattend. Hij voelde zich verantwoordelijk voor zijn soldaten. De uitzending was een goede aangelegenheid voor de geïnterviewde om zijn capaciteiten uit te bouwen. Hij vertelt over regels bij de verschillende groepen soldaten en hoe dit tot frictie leidde. Ondanks dat er veel verhalen zijn over leuke activiteiten wil de geïnterviewde benadrukken dat er veel gevaren waren en hij vertelt daarbij over de mijnenvelden. Hij vertelt over het contact met het thuisfront en reflecteert op zijn uitzending. Tot slot spreekt hij over zijn loopbaan na terugkeer in Nederland.